Viva la vida! - Reisverslagen van Mark Rademaker - WaarBenJij.nu Viva la vida! - Reisverslagen van Mark Rademaker - WaarBenJij.nu
Viva la vida!


Beste vrienden en familie,

Zelfs als je technisch gesproken overdag vrij bent en zelfs als je van je werk houdt, is het af en toe toch lekker om er even tussen uit te zijn. Dit was voor mij afgelopen week het geval en ik heb van bijna iedere minuut genoten.

De reden voor mijn ultra-kortte sabbatical was het verlopen van mijn Sociaal-Culturele VISA. Nu kan het verlengen van je VISA hier in Indonesië nogal wat tijd vergen, niet in de laatste plaats door het uitgebreide stelsel van bureaucratie. Gelukkig heeft het Little Fireface Project goede contacten met het Cikananga Wildlife Rescue Center (www.cikananga.com), waar er weer iemand op kantoor werkt die goede contacten heeft op het immigratiebureau. Juist, ons kent ons.

Het verlengen van mijn VISA begon eigenlijk al twee weken geleden toen één van Cikananga’s managers op zijn maandelijkse bezoek kwam. Deze Indonesische jongeman die bij de naam van Iing gaat, ondersteunt het project als culturele gids. Tijdens de teambespreking kan hij zo wat extra sturing geven aan de trackers, die op hun beurt kunnen vermelden of zij aanstoot nemen aan bepaald gedrag van de onderzoekers etc. Het ligt namelijk niet in de Indonesische (en Aziatische) cultuur om dit rechtstreeks aan de betreffende persoon te vertellen.

Tijdens zijn bezoek moest ik al enkele formulieren van het immigratiekantoor ondertekenen en na afloop werd mijn paspoort mee terug genomen naar Cikananga. Hier ging Pak Afit (de kantoormedewerker met de contacten) met de papieren en mijn paspoort naar het immigratiekantoor om mijn verlenging aan te vragen en te betalen. Wat er mij afgelopen week nog restte was wat additioneel papierwerk, het afgeven van vingerafdrukken en het maken van foto’s. Het hele bezoek aan het immigratiekantoor (exclusief vervoer) kostte nog geen twee uur. De ambtenaar sprak voortreffelijk Engels en om voor mij onbekende redenen was hij de tweede Indonesiër (Iing is de andere persoon, dus helaas nog geen vrouwen die de vergelijking zien) die zei dat ik op de zanger van Coldplay (Chris Martin) lijk. Ik zou zeggen ‘google’ hem even en oordeel zelf.

Maar het bezoek aan het immigratiekantoor vond pas afgelopen donderdag plaats en ik zal beginnen met mijn reis naar Cikananga zelf, op dinsdagochtend. De avond ervoor had ik vrij gevraagd omdat het vertrek om 05.00 gepland stond en dit was gelukkig geen probleem. De avond heb ik doorgebracht bij de buren, waar ik samen met mijn woordenboek Indonesisch aan mijn zijde geprobeerd heb wat te communiceren met de familie aangezien Aconk (U kent hem wellicht nog van mijn vorige blog) er niet was. Ik heb de route, vertrektijd, reden en vervoersmiddelen kunnen uitleggen, maar als ik de daarop volgende discussie tussen de familieleden goed begreep, waren ze het er niet allemaal over eens dat ik de meest efficiënte route zou gaan gebruiken.

Vervolgens hebben we nog wat Nederlands geoefend en heb ik nog obligaat een bord Nasi goreng naar binnen gewerkt. De zin ‘’Nee dank u, ik zit nog vol van het vorige eten’’ beheers ik nog niet en dat is best lastig als je wel degelijk nog helemaal vol zit van eerder voorgeschotelde versnaperingen. Daarnaast is er die typische ‘’oma’’ blik van de moeder, die er op staat dat je nog wat extra’s eet omdat je nog wel wat kan aankomen. Dit moet alle lezers bekent voorkomen.

Het vertrek de volgende ochtend verliep voorspoedig, maar toen kwam het moment dat de motor werd verruild voor de minibus. Het personeel van de minibus bestaat uit 1 chauffeur en 1 recruiter, die enkel op zoek is naar meer klanten. U voelt de bui al hangen, het aantal stoelen in een busje zegt hier niks over het aantal passagiers. Met als gevolg dat er al snel 2 maal zo veel passagiers als zitplaatsen waren en de recruiter even op het dak plaatsnam. Opgekropt als vee richting het slachthuis zat ik vervolgens 3.5 uur zonder enige bewegingsruimte in ongemakkelijke posities. Airco kent de minibus ook niet, gelukkig werkte het alle ramen wijdt open systeem altijd. Na aankomst in Bandung was er even de tijd om het bloed in de benen weer te laten stromen, alvorens plaats te nemen in de ‘’Economybus’’ richting Sukabumi. Dit was een gewone lijnbus waar het aantal zitplaatsen wel een goede indicatie van het aantal passagiers geeft (met AIRCO!) en de rit was dan ook een stuk comfortabeler. Na vier uur arriveerde de bus in Sukabumi, waar Iing me opwachtte en we een motortaxi naar de markt namen. Hier was één van Cikananga’s managers Onno inkopen voor het Rescue center aan het doen met een Pick-up.

Nadat de achterbak volgeladen was met fruit was het tijd om richting Cikananga te vertrekken, dat een kleine twee uur buiten Sukabumi ligt. Maar zelfs een volgeladen achterbak is nog niet genoeg om alle dieren in het Rescue center 2 dagen van voedsel te voorzien, dus werd er onderweg nog diverse malen gestopt, een praatje gemaakt, gerookt, verder gereden en terug gereden om gevallen een plastic zak gevuld met water en levende vis op te halen. Ja het was net als de familievakantie vroeger naar het Loo, waarbij er even omgekeerd moest worden omdat er een plastic opblaasbootje maar niet op de kar wou blijven liggen. Met een bak meelwormen op schoot kwamen we tegen zessen dan eindelijk aan in Cikananga. Een reis van 13 uur waarbij in totaal maar liefst 167(!) kilometer was afgelegd.

Gelukkig was het eten (plus een topaccomodatie!) allemaal geregeld en samen met de volunteers aldaar heb ik in de kantine gegeten. De volunteers bestonden uit een maatschappelijk werker, het nichtje van de field manager (beiden Nederlands) een Franse onderzoekster naar vocalisaties van de black-wingedstarling en een jonge Britse studente landgebruik.

’SOchtends om half zeven ging de wekker voor het ontbijt waarna om zeven uur het park werd betreden en alle volunteers en de dierverzorgers (Allemaal Indonesische mannen uit het aangrenzende dorpje Cikananga) zich verzamelden bij het voedselhuis. De taken werden verdeeld en ik ging helpen met het maken van het voedsel van de Kasuaries. Het rescue center heeft momenteel 17 van deze majestueuze loopvogels, maar dit zijn er wel eens 40(!) geweest. De reden hiervoor is de illegale handel in wilde dieren als huisdier. Waarom iemand een Kasuarie als huisdier zou willen hebben is mij volkomen onbekend, ze zijn enorm agressief, kunnen je met één trap openrijten en zullen je dan ook simpelweg ernstig verwonden of doden als ze de kans krijgen. Het zijn trouwens wel prachtige dieren. Toen ik voor het eerst langs een verblijf van ze liep dacht ik dat er misschien een luipaard was ontsnapt, maar het dinosaurus-achtige geluid bleek toch echt van de loopvogel afkomstig te zijn, erg indrukwekkend.

Later op de ochtend kreeg ik een unieke kans om de twee opgevangen Gibbons (één juveniel Bornean Gibbon mannetje en 1 adult vrouwtje Withand Gibbon) van wel heel dichtbij te zien. Beiden werden namelijk vanuit de quarantaine overgeplaatst naar hun nieuwe verblijf. Het was een mooie belevenis om mee te maken, maar helaas zijn beiden individuen ex-huisdieren die nog erg op mensen gericht zijn. Zo zocht vooral het jonge mannetje nog veel contact en steun na het ontwaken van zijn verdoving. Iets wat gezien zijn situatie te begrijpen was, maar hopelijk leert hij snel weer Gibbon te zijn. De volgende ochtend waren beide individuen trouwens alweer aan het zingen, wat een goed teken is.

Een verder rondje door het park liet me kennismaken met de estuarinecrocodiles, valse gavialen, java-apen, javanleafmonkeys, aziatischekleinklauw otters, Borneo orang-oetangs Dodo en Donni, Crested serpent eagles, Sun bears en nog veel meer soorten en individuen waarvan de meesten helaas de rest van hun leven in gevangenschap moeten doorbrengen.
Gelukkig zijn er ook nog verhalen die een positieve wending kunnen krijgen zoals herintroductie van dieren die niet als huisdier gehouden zijn, maar slachtoffer zijn van human-wildlife conflicten. En er zijn enkele fokprogramma’s voor Java’s meest bedreigde soorten. Helaas kan ik hier niet teveel over zeggen via het geschreven medium, gezien de delicate aard van dit soort onderwerpen en de kans op misinterpretaties. Maar voel je vrij om me hier in augustus in persoon over aan te spreken.

Naast het werken in het park, heb ik veel tijd doorgebracht in het kantoor met het lezen van het boek ‘’Ecology of Java & Bali’’, ietwat verouderd gezien het is uitgebracht in 1996, maar wel 900 pagina’s waarin letterlijk alles over de ecologie van het eiland verteld wordt. Omdat ik maar tot pagina 250 kon reiken voordat mijn tijd in Cikananga erop zat, moet ik kijken of ik deze thuis enigszins betaalbaar aan kan schaffen.

Ook heb ik op het kantoor veel gesproken met de Nederlandse field manager Willemijn, die met haar eigen stichting Wanicare (www.wanicare.com) Cikananga ondersteunt. Het is het zeker waard haar website te bezoeken en de plannen en energie zijn veelbelovend!

Al met al heb ik veel energie en contacten (Tipje van de sluier ‘’Mogelijke afstudeeropdrachten?’’) opgedaan. Daarnaast ga ik nu kijken hoe ik stichting Wanicare in mijn vrije tijd kan ondersteunen en ook hier is de eerste stap al in gezet! Als kers op de taart heb ik nog ondersteuning kunnen bieden bij het plaatsen van een halsband, ontwormen en observeren van Sumatraanse Slow lorises.

De keerzijde van dit alles is het beseffen dat het bestaan van dit Rescue centers een absolute noodzaak is. De illegale wildlife handel in Azië voor huisdieren en Traditionele chinese medicijnen is booming. Zo werd er twee weken geleden in Thailand nog een boot met 109 schubbedieren, een ernstig bedreigde soortgroep, onderschept onderweg naar China. Daarnaast wordt er geschat dat zo’n 30.000 sunbearsnog steeds worden gehouden in kooien waarin zei zich niet kunnen bewegen voor het aftappen van gal. En de lijst met dit soort verhalen gaat maar door.

De achteloosheid waarmee een wild dier als menselijk bezit wordt aangeschaft is onbegrijpelijk. Om nog maar te zwijgen van de ‘’onzichtbare’’ schade die ieder dier op de markt met zich mee brengt. Zo zijn er bijvoorbeeld voor iedere kleine ‘’schattige’’ gibbon op de markt vijf die het niet gered hebben. In Europa en Nederland zelf is de regelgeving omtrent wilde dieren ook nog lang niet toereikend. Zo vinden de vreemdste ‘’huisdieren’’ nog steeds hun weg naar centra als stichting AAP.

Het probleem van een Rescue center is de noodzaak van zijn bestaan, maar in de nabije toekomst is er helaas nog geen teken dat er op wijst dat deze noodzaak af zal nemen. Gelukkig kan ik hier Cipagantinog lorises (met hoektanden) in de vrije natuur bekijken, laten we hopen dat de aanwezigheid van het project de handel hier nog lang weghoud.


P.S. Ik wil alle lezers nog even bedanken voor het feit dat jullie de tijd nemen om mijn belevenissen vanuit Nederland te volgen, vooral het lezen van de reacties zorgt altijd weer voor een lach op mijn gezicht!

Recente Reisverslagen:

08 April 2013

Viva la vida!
Mark

Stage Little Firefice Project in Cipaganti/Bandung/West-Java/Indonesia

Actief sinds 05 Feb. 2013
Verslag gelezen:
Totaal aantal bezoekers 9101

Voorgaande reizen:

02 Februari 2013 - 01 Augustus 2013

Cipaganti

08 April 2013 - 08 April 2013

Viva la vida!

Landen bezocht: